5 februari 2016
De oefening van de week:
Om de carnaval een beetje fit door te komen, hadden we een pittige les. Daarin hebben we de vijfde tibetaan gedaan, de laatste in de serie. Het is een dynamische oefening die enige ervaring vereist, vooral in het voelen van grenzen. Dus wanneer je deze oefening doet, doe het dan voelend en bewust.
Als vooroefeningen zou je de tailledraai, het zwaaien en een heupopener kunnen doen.
Kom dan op heupbreedte staan en rol dan rustig af, tot aan de vooroverbuiging. Plaats de handen aan de grond en loop naar voren tot je in de hond staat. De billen zijn het hoogste punt en je ademt naar de ruimte daarboven en naar de achterzijde van je hele lichaam, hakken zijn richting de grond en de rug is in lijn met de armen, het hoofd tussen de armen. Dit is één asana (houding) en van hieruit ga je naar de hangstand, je verplaatst je gewicht tot boven je handen en komt in de plank, lichaam is één rechte lijn van hakken tot kruin. En dan laat je het bekken zakken tot zover het voor jou mogelijk is, max tot net boven de grond. Je schouders zijn laag en borst is geopend, je ademt naar de voorzijde van je lichaam. Deze twee asana's wissel je af, dit kan op de ademhaling door uitademend in de hond te komen en inademend in de hangstand. Door de voorste kringspier van je bekkenbodem aan te spannen kom je makkelijker in de hondhouding en door de achterste kringspier van je bekkenbodemspier aan te spannen kom je makkelijker in de hangstand. Wanneer het voldoende is kom je in de yogamudra houding en adem je rustig door, ontspan je rug, schouders, polsen en je ademhaling ;). Voel rustig na.
Namasté